AFS van 1946 tot nu
77 jaar geleden vertrokken de eerste jongeren op AFS-uitwisseling. Dat jaar transformeerde AFS van een humanitaire ambulancedienst, opgericht in de twee wereldoorlogen, tot wat het nu is: een baanbrekende internationale, educatieve vrijwilligersorganisatie met meer dan 500.000 alumni en activiteiten in bijna 100 landen.
Een vraag van Steven Galatti, de eerste directeur-generaal van AFS, bracht de AFS-transitie op gang:
“Wat zou eventueel de positie van de American Field Service in vredestijd kunnen zijn? Ik geloof al een tijdje dat AFS internationale vriendschappen kan bevorderen, via georganiseerde studentenuitwisselingen tussen dit land en de geallieerde landen waarmee we hebben gediend.”
Tijdens een reünie in New York City in september 1946 keurden de AFS-vrijwilligers uit WO 1 en WO2 officieel de oprichting goed van de American Field Service International Scholarships (AFSIS).
Het idee van studentenuitwisselingen ontstond niet voor het eerst pas na WO2. Al in 1919 werden de AFS Fellowships voor Franse Universiteiten opgericht om studentenuitwisselingen tussen de VS en Frankrijk te financieren. Voor AFS-oprichter A. Piatt Andrew was het doel hiervan een manier te vinden om de vreedzame banden tussen deze landen na WO1 voort te zetten. De beurzen kwamen tot stilstand toen AFS kort na het begin van WO2 werd gereactiveerd als een vrijwillig ambulancekorps.
Na WO2 werd er een stevigere basis gelegd voor AFS-studentenuitwisselingen. Galatti en andere AFS-ambulanciers keerden na de oorlog terug naar het idee van interculturele ‘school’uitwisselingen, maar nu op een veel grotere schaal en gericht op een jonger publiek van middelbare scholieren.
In 1947 gingen 50 leerlingen uit Frankrijk, Tsjechoslowakije, Nederland, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Griekenland, Engeland, Estland, Hongarije en Syrië met een AFS-beursprogramma naar de US. Veel genereuze mensen boden daar hun gastvrijheid als wereldgezin aan.
Documenten in het AFS-archief tonen hoe deze dappere jonge AFS’ers hun eindbestemming bereikten: tot de zomer van 1969, reisden ze per schip. En één van de dierbaarste herinneringen voor veel AFS-alumni zijn nog steeds de busreizen binnen de VS, een unieke kans om levenslange vriendschappen op te bouwen.
In 1950 gingen Amerikaanse jongeren zelf voor het eerst naar het buitenland, terwijl AFS in 1971 multinationale programma’s opzette, die ervoor zorgden dat jonge mensen van over de hele wereld elkaar ook buiten de US konden ontmoeten.
In 1948 kwamen de eerste 3 Belgische AFS-studenten naar de Verenigde Staten via het zogenoemde ‘Winterprogramma’. Het Americans Abroad Zomerprogramma begon in 1961 met vier Amerikaanse studenten voor België. Het ‘klassieke’ Schoolprogramma begon in België in 1957-1958 met vier Belgische deelnemers.
In de jaren ’60 werkten er voor AFS in België één Nationale Vertegenwoordiger en drie assistenten vanuit een kantoor in Brussel. AFS België had toen 9 lokale comités in de hoofdstad en 6 extra comités in provinciehoofdsteden. Elk comité bestond toen uit gemiddeld 30 tot 50 personen en werkte al met een groep ‘returnees’ (voormalige AFS-studenten) en een ‘oudergroep’. Alle lokale comités hielden zich in die dagen bezig met de initiële studentenselectie, gezinsoriëntaties en pre-departure oriëntaties. Soms deden ze ook activiteiten voor de gaststudenten en wereldgezinnen. De Nationale Organisatie bestond toen uit 1900 leden die konden rekenen op een 280 actieve vrijwilligers. AFS was toen reeds erkend als een non-profit organisatie, waardoor bijdragen aan AFS fiscaal aftrekbaar waren.
In december 1978 werden de statuten voor de Vlaamse vzw gestemd. Tussen 1970 en 1980 zorgden de opeenvolgende staatshervormingen er namelijk voor dat Jeugd een gemeenschapsbevoegdheid werd, waardoor AFS de werkzaamheden moest opsplitsen, wilden ze hun subsidies van erkend nationaal jeugdwerk niet verliezen. Sindsdien is België nog steeds het enige land in het netwerk waar er twee nationale AFS-directeurs zijn.
In 1984 werden de educatieve doelstellingen van het AFS-programma gedefinieerd, waardoor structuur werd geboden aan het ervaringsgerichte, levenslange en niet-formele leren van AFS-deelnemers.
In 2021 werd er een volgende grote stap gezet voor wat intussen AFS Interculturele Programma’s vzw was geworden. Op vraag van het internationale leiderschap nam Vlaanderen de AFS-werking in Nederland over en werd zo AFS Low Lands met 2 regio’s: Vlaanderen-Brussel en Nederland.
In datzelfde jaar werd ook een nieuw Belgisch project afgerond: na de Covid-pandemie, richtten de twee Belgische AFS-kantoren een ‘Kostendelende Vereniging’ op, namelijk het AFS Solution Center dat vandaag als service-center back office diensten aanbiedt aan de drie regio’s in de Benelux: Wallonië enerzijds en Vlaanderen en Nederland (samen Low Lands) anderzijds.
“De American Field Service gelooft in de jeugd en in haar vermogen om helder te zien, door de mist van propaganda te kijken, om met de ogen van het hart te zien. Dit geldt voor de jeugd van alle naties… het is aan dit geloof dat AFS nu toegewijd is.” – De woorden van Steven Galatti klinken zelfs vandaag de dag nog steeds relevant en oprecht.