Dit interview is afgenomen en bewerkt door Joyce Koeman. Originele publicatiedatum in Terra, jaargang 7. nr. 37 (herfst 2019).


Hoe een zomerdag op de speelplaats niet voor iedereen gelijk is

Een interview met EU Solidarity Corps-vrijwilligster Ariel

Door: Joyce Koeman

Met een opgeladen GSM, een fototoestel en een aantal interviewvragen op zak stap ik vol goede moed het AFS-kantoor in Mechelen buiten om de trein naar Brussel-Noord te nemen. Ik heb er zin in, want eindelijk kom ik te weten wat er schuil gaat achter die indrukwekkende façade van het Klein Kasteeltje in Brussel. Ik heb er afgesproken met Ariel Bianucci (23) die er via het European Solidarity Corps (vroegere EVS) vrijwilligerswerk doet voor het vluchtelingencentrum van Fedasil.

Omdat het een heerlijke zomerdag is, besluit ik te voet naar Molenbeek te gaan en probeer me in te beelden welke indruk de stad maakt op iemand die hier voor het eerst wandelt. Het verkeer en de bedrijfsgebouwen in de omgeving van het station vallen op, maar ook de brede lanen met bomen, parkjes en fonteinen tonen ergens de grandeur van de hoofdstad. Wat echt opvalt is de diversiteit aan mensen en talen op straat, iets waar ook Ariel verliefd op geworden is zo blijkt later. Naarmate ik dichter bij mijn bestemming kom, zie ik steeds meer gekleurde mannen die samen op bankjes en in portieken de tijd doden. Ik ben duidelijk op de goede weg. Bij elke stap merk ik dat ik mij bewuster word van mijn vrouw-zijn én vooral de witte benen die onder mijn kleedje uitsteken! Toch ben ik blij met mijn kledingkeuze van die ochtend: geen decolleté en niet te kort, maar toch zomers en semi-professioneel. Het is het kleedje waarin ik bij AFS solliciteerde.

Aan de poort verwacht ik rijen met wachtende mensen, zoals ik zo vaak op het journaal heb gezien, maar het is er opvallend rustig en er rijdt enkel een auto buiten. Ik meld me aan bij het onthaal, niet wetende of de medewerker eigenlijk wel Nederlands spreekt. Hij lijkt toch de naam van Ariel’s begeleidster verstaan te hebben, want hij neemt meteen de telefoon. Enkele minuten later verschijnt Annelieke achter het toegangspoortje en vraagt een bezoekerskaart voor me aan. Vriendelijk begeleidt ze mij over de binnenplaats, waar mannen en vrouwen de schaduw onder het afdak opzoeken en kijken naar de spelende kinderen.

We gaan door naar Bizzie, het animatiegedeelte waar Ariel me met een ontwapenende glimlach opwacht en voorstelt aan haar collega Lassri (23). Hij groeide op in Molenbeek en is sinds zijn afstuderen al 2 jaar aan de slag als animator. Het belang van meertaligheid en interculturele communicatie wordt in deze setting meteen duidelijk. Ik spreek Engels met de Italiaanse Ariel, Lassri verstaat wel, maar spreekt geen Engels en antwoordt in het Frans. Ik haal regelmatig mijn beperkte Franstalige woordenschat boven, maar ben toch blij dat Ariel vlot vertaalt wanneer dat nodig blijkt.

Ariel studeerde vorig jaar af in Intercultural & Linguistic Mediation, aan de universiteit van Siena. Waar ze naast Frans, Spaans en Arabisch ook allerlei vakken in cultuur en geschiedenis aflegde en tijdens een stage kennismaakte met vluchtelingenwerk. De keuze om een jaar vrijwilligerswerk in het buitenland te doen kwam spontaan en zit eigenlijk ook wel in de familie. Via haar zus kwam ze op de website van het Corps terecht. Haar moeder blijkt vice-voorzitter van het Chernobyl-project. Deze vereniging biedt (oud-)bewoners van de regio rond de kerncentrale de mogelijkheid om tijdens de zomer- en kerstvakantie een soort detox-verblijf in Italië te hebben. Ariel was zo al regelmatig gastzus van Oekraïense kinderen.

Nu is ze zelf de gaststudent in huize Reginster in Grimbergen en gastzus van Arno (25) en Nina (24). Haar gezicht straalt als ze vertelt hoe fijn het is om Frans te spreken met de papa en Nederlands te leren via de rest van het gezin.

“I actually found my Italian family in them…if I would ever have any problem, I know they are here for me”

Dat het zo goed klikt, wijt ze aan het gevoel van vrijheid: alsof er geen regels zijn! Natuurlijk zijn die er wel, maar ze blijken gewoon niet zoveel te verschillen van haar Italiaanse leefwijze. Het is maar normaal om mee te helpen in het huishouden. Ariel voelt zich duidelijk op haar gemak in België, al blijft het toch een beetje een complex land met die 3 regio’s, talen en culturen, gniffelt ze. En hoewel Brussel misschien niet de mooiste stad is, houdt ze enorm van de sfeer, de vele talen en culturen. Ze heeft dan ook besloten hier te blijven en aan de ULB een Master in International Relations te starten.

“Dankzij dit solidariteitsproject bij Fedasil weet ik nu wat ik wil doen en dat is verder gaan in dit domein”.

Ook Lassri geeft aan vooral jonge mensen te willen motiveren, hun talenten te ontwikkelen en vooruit te helpen in het leven. Het aanbieden van creatieve en sportieve activiteiten binnen en buiten het centrum zijn daar een belangrijk onderdeel van. Vroeger was het wel gemakkelijker om deelnemers te zien groeien, omdat ze toen 3 tot 9 maanden in het centrum verbleven. Nu is er vaak maar enkele dagen, gemiddeld tussen de 3 en 7 dagen, om bewoners te leren kennen.

Elke week stellen Lassri en Ariel met het Bizzie-team een ander programma op voor hun ‘residents’. Op maandag iets artistiek, op dinsdag naar buiten (bijv. het park), op woensdag sporten, op donderdag een verrassingsactiviteit (zelfs springkastelen!) en op vrijdag een uitstap met bus of trein. Zo ging Ariel al mee naar de Gentse feesten, Bokrijk en het Provinciaal Domein in Kessel-Lo. Ideaal om samen met de bewoners Vlaanderen te leren kennen. Want het feit dat ook zij de weg niet kent en weinig weet over het Vlaamse leven, creëert meteen een band.

“Having them around all the time is what I’ll miss most”.

Dat het bij Ariel vooral om menselijk contact draait, is klaar en duidelijk. Ze heeft bijvoorbeeld geen favoriete activiteit van de week, dat hangt af van de groep die meedoet. En nu het project op zijn einde loopt, gaat ze vooral het team en de bewoners missen. “Het team heeft me enorm geholpen om het centrum te leren kennen en te begrijpen waarom ik hier ben. Vanaf dat punt werd het alleen maar gemakkelijker. Ik voel me ook thuis in deze superdiverse omgeving, wat zich ook in ons team weerspiegelt”.

Licht geëmotioneerd vertelt ze verder. We zijn nu eenmaal mensen en maken connecties, ook al zijn het soms korte of vluchtige ontmoetingen, afscheid nemen blijft moeilijk. Ik ween eigenlijk wel veel, zegt ze terug met een brede glimlach en een bijna confessionele blik naar Lassri, die op zijn beurt instemmend knikt. Samen komen ze tot de conclusie dat buitenlandervaringen van onschatbare waarde zijn. Lassri zou het zelf doen, mocht hij niet net getrouwd zijn en papa geworden zijn van een dochtertje, vertelt hij me fier zwaaiend met een vers glimmende trouwring. Het is zo goed voor jonge mensen om hun geest te openen, zegt hij. Ariel vult aan:

“It was not my first time abroad, but everyone should do it for at least one year. It really helps you find your way and grow up!”

Na afloop van dit gesprek krijg ik een korte rondleiding in het gebouw en we maken wat foto’s op de binnenkoer, waarbij we zeker geen andere mensen of gezichten mogen vastleggen. Ik voel me zeer ongemakkelijk, als een soort misplaatste ramptoerist of zoiets. Eigenlijk wil ik niets liever dan de levensverhalen van deze mensen horen en vastleggen, maar tegelijkertijd ben ik ook bang om met hun ellende geconfronteerd te worden. Bovendien kan elke vorm van media-aandacht hen verder in de problemen brengen, dus ben ik voor één keer ook wel blij met de strenge GDPR-regels. Stilletjes maken we wat foto’s en gaan we naar de ontzettend indrukwekkende fresco’s die een bewoner in de trappenhal naar de slaapzalen aanbracht. Helaas mag ik ook hier geen foto’s van nemen… De combinatie van felle kleuren in religieus aandoende taferelen waarin verschillende religies en culturen zijn verwerkt zijn impressionant. Tekstuele verwijzingen naar kennis en wetenschap, naast respect en tolerantie springen me in het oog en voelen hier als een soort aanmaning op weg naar de verblijven. Hoe 6-8 personen van verschillende nationaliteiten hier elke nacht achter hun gordijntjes de nacht doorbrengen, blijft me een raadsel. Lessen in conflicthantering zijn hier vast dagelijkse kost.

Ik ben blij als de tour erop zit en me niet langer als indringer op dit terrein voel. Ik geef mijn bezoekersbadge terug af aan het onthaal en stap terug langs de gekleurde molentjes aan het kanaal. Zoveel verschillende realiteiten die samenkomen op één plek. En dan ik die met een extra gevulde rugzak met diep respect terugkeert naar mijn eigen kinderen. Die twee hebben deze zomerdag op het speelplein vast anders beleefd, de gelukzakken!